We besluiten om na onze safari eens goed te relaxen en Cornelius zet
ons af bij Boko Boko. Er zijn hier 5 bungalows maar ze zijn allemaal
bezet door een familie uit Nairobi. Er is ook nog het huis van de
dochter van de bazin op het domein en we mogen daar wel slapen! Een mooi
groot huis voor ons alleen! We kunnen het niet geloven. De dag erna
zijn de bungalows vrij en als we willen kunnen we daar intrekken, maar
nee, we willen liever in het huis blijven. Er is ook een restaurant met
heerlijk eten. Hier kunnen we ook de Papaya wijn krijgen, een keniaanse
wijn die we nergens anders kunnen krijgen, raar.
We wandelen samen met Julius naar de zee, het is ongeveer 2,5 km naar
de zee, maar het is een mooie wandeling tussen palmbomen, papaya, wilde
munt, jacaranda enz. Julius vertelt ons over deze bomen en planten. In
de palmbomen zien we flessen hangen. Deze hangen hier om het sap af te
tappen en zo bekomt men de cocoswijn die heel straf is, we durven er
niet van te proeven! De jacaranda met zijn mooie gele bloem, als je erop
nijpt komt er sap vrij die heel zoet smaakt, lekker! Er hangen ook
bolletjes in de boom, als je die opensnijd komt er een vloeistof uit die
heel hard kleeft, lijm dus. Van de papaya maken ze wijn, lekkere wijn!
We zien een struik met mooie bloemen met verschillende kleuren. Er
hangen ook zwarte besjes aan. We eten de besjes op, lekker. Dan heb je
nog de toiletpapertree… Julius trekt er een blad af, we voelen eraan,
het is héél zacht! Dus als je dringend moet…
Onderweg zien we hutjes, geiten, koeien. Enkele vrouwen stampen maïs. We gaan een kijkje nemen. Een kind vraagt lief een bal.
We drinken iets bij Kingfisher aan het strand en daarna wandelen we
op het strand. Het strand ligt er verlaten bij, alleen 2 beachboys. Iets
verderop enkele kindjes op het strand, ze spelen wat en daarna nemen ze
een grote bundel takken op hun hoofd en gaan verder. Op onze terugweg
komen we de 2 beachboys terug tegen en ze vragen of we meegaan naar hun
‘village’. We hebben er niet zo veel zin in omdat we schrik hebben dat
het weer bedelen gaat worden. We gaan toch mee, we zien wel. Enkele
vrouwen vlechten palmboombladeren, kindjes komen naar ons toe. We gaan
samen iets drinken in de pub van het dorpje. De tv staat er veel te
luid, we verstaan elkaar bijna niet. We gaan terug naar Kingfisher en
geven de boys een fooi. Daarna terug te voet naar Boko Boko. We duiken
in het zwembad dat we voor ons alleen hebben, wat een luxe! We eten ook
weer heel lekker en dan zalig slapen.
Shedrack, weet je nog die beachboy, komt langs om samen met ons een
matatu te nemen naar Mtwapa, daar gaan we wat rondwandelen. Wij samen in
de matatu, een mollige vrouw met een grote zak op haar schoot lacht met
mij, blijkbaar ziet ze wel dat we het niet gewoon zijn. De matatu rijdt
hard, luide muziek hoort er natuurlijk bij, en veel te veel volk in een
busje. We wandelen in Mtwapa in de ‘straatjes’ op zoek naar conditioner
voor ons haar, want dat wordt ondertussen een ramp. Bij een kraampje
vinden we conditioner die we veel te veel betalen. Een vrouw vraagt aan
mij of ze men haar mag doen, ik zeg maar dat ik straks ga zwemmen en dat
het zonde van het geld zou zijn. Ze lacht, mag ze men nagels dan
lakken? Ze kijkt naar men tenen. Oooooh, men teennagels zijn al gelakt
en ze vindt het heel mooi. Maar volgende keer moet ik toch maar men haar
bij haar laten doen zegt ze.
We kopen ook nog een bal. Kindjes vragen weer sweets, no sweets!
Terug met de matatu. Er zijn nog juist 3 plaatsen vrij, maar toch
stapt er altijd maar volk op. Op Wim zijn schoot zit al een vrouw en op
mijn schoot haar dochtertje. Niet te doen! En er stapt nog eens iemand
op met een valiesje. Oef, we zijn er, eerst moeten er enkele mensen
uitstappen, ook het kindje op men schoot, ik heb schrik dat ze haar gaan
vergeten en wacht tot ze terug is ingestapt, en hop, de matatu is
alweer weg, hij rijdt verder terwijl de deur nog openstaat.
Naast ons verblijf staan enkele hutjes. We gaan onze geburen eens
goeiedag zeggen. De moeder is ugali aan het koken. Ze komt naar ons toe
en geeft ons het bankje waar ze op zat. Dat hoeft nu ook weer niet, maar
ze staat erop dat we gaan zitten. Wim vraagt of hij een foto mag maken,
ja dat mag, ze gaat zitten op een plastieken tonnetje en veegt haar
gezicht schoon met haar kleed, ze kookt verder en lacht. We delen wat
koekjes uit aan de kindjes.
Na het ontbijt willen we terug naar het strand wandelen, deze keer
alleen. We nemen de bal mee die we in Mtwapa gekocht hebben. Na een half
uurtje stoppen we bij enkele hutjes waar vorige keer de vrouwen maïs
aan het stampen waren. Ze herinneren ons nog. Wim vraagt aan de
kinderen: weten jullie nog wat je vorige keer gevraagd hebben??
Jaaaaaaaa, een bal! We geven hen de bal en ze zijn door het dolle heen.
Ze gaan direkt poseren met de bal, als
een echt voetbalteam, ze halen ergens nog een voetbalschoen te
voorschijn die mee op de foto moet! We moeten foto’s maken van hun
‘ploeg’. Ze lachen en roepen, zelfs de volwassenen zijn door het dolle
heen, nooit gedacht dat kinderen zo gelukkig zouden zijn met die bal!
Een moeder nodigt ons uit om op een bankje te gaan zitten, ze zet enkele
bankjes klaar en we kijken samen naar de voetbalmatch. We zijn te gast
bij de familie Mazai. De vrouw heet Esther en haar broer Stanley komt er
ook bij zitten. Rodgers, ook nog een broer, komt er ook nog bij. We
praten met de mensen over vanalles en nog wat. Over game reserves die
veel te duur zijn. We vinden het raar dat de entree fees zo hoog zijn en
er niets van naar de bevolking gaat. Stanley beaamt dit en zegt dat er
veel naar de zakken van de regering gaat. Stanley zijn zoon kruipt in
een palmboom en haalt kokosnoten voor ons, hij hakt ze open. We drinken
heerlijke frisse kokosmelk. Daarna hakt hij ze verder open en eten we de
kokos samen op. Heel de familie woont hier bij elkaar op een domein dat
van hun is. Broers en zussen met al hun kinderen. Vader is enkele jaren
overleden maar moeder leeft nog.
Rodgers
vertelt honderuit over hun plannen. Ze willen op het domein van de
familie een toeristenverblijf maken, met enkele bungalows, een camping,
een restaurantje. Zo kunnen toeristen onder de lokale bevolking
verblijven en hun manier van leven leren kennen. Wat een goed idee!! Ze
willen samen een truck kopen en ook safari’s aanbieden, maar dan niet in
dure lodges, maar goedkopere verblijven aanbieden. Ook bushwalks en
culturele tours. We vinden het een geweldig idee. Dat is wat wij zochten
op het internet maar uiteindelijk niet vonden. In Kenia worden veel
dure beachresorts en lodges aangeboden maar meer ‘budget’ vind je bijna
niet. Deze resort en lodges zijn ook niet in handen van Kenianen, maar
eerder van Indiërs. We hopen dat zijn idee ooit zal bestaan. Dan komen
we zeker nog eens terug! We wisselen onze gegevens uit, we gaan mailen.
Rodgers vraagt ons een kleine website te maken voor hem, want dat is
voor hem niet mogelijk. En of we hem willen adviseren? Dat willen we
natuurlijk wel doen. Als hij informatie doorstuurt via mail kunnen we
dat wel op internet zetten. We delen nog wat koekjes uit aan de
kinderen, geen sweets.
We nemen afscheid van deze gastvrije familie. We hopen dat we nog van hen horen.
De kinderen roepen ons na : “God bless you! Thank you for the ball!”